7.7.1 Digitale handtekening bij elektronisch afschrift
Elektronische afschriften of uittreksels die in de openbare registers worden ingeschreven moeten worden voorzien van een elektronische handtekening bij een verklaring, inhoudende dat het inhoudelijk een volledige en juiste weergave is van de inhoud van het stuk waarvan het een afschrift is, onderscheidenlijk van de desbetreffende gedeelten van het stuk waarvan het een uittreksel is (art. 11b lid 1 Kw).
De identificerende factor bij digitale handtekeningen is niet het resultaat van de versleuteling (een per stuk verschillende onbegrijpelijke verzameling tekens) doch het certificaat met de daarin genoemde sleutelhouder. Daarom is in art. 11b Kr bepaald dat de bewaarder van elke elektronische ondertekenaar in de openbare registers een aantekening stelt met:
– de naam van degene die het originele stuk heeft voorzien van de elektronische handtekening, zoals blijkt uit het bij de elektronische handtekening behorende gekwalificeerde certificaat;
– de identiteitscode van voornoemd gekwalificeerd certificaat;
– de naam van de certificatiedienstverlener die voornoemd gekwalificeerd certificaat heeft afgegeven.
Omdat de elektronische handtekening op zich een volstrekt onbegrijpelijke verzameling tekens is, wordt deze niet getoond in de openbare registers. In de openbare registers wordt volstaan met de in het certificaat aangetroffen naam van de sleutelhouder onder toevoeging van een aanduiding van het betreffende certificaat.