7.4.1 Kadaster-on-line
Klanten met een abonnement op Mijn Kadaster kunnen een afschrift uit de registers direct inzien en downloaden via Kadaster-on-line. Zij moeten daarvoor het deel en nummer van inschrijving kennen.
Verwijzingen naar deelnummers van 50.000 of hoger betreffen altijd het landelijk openbaar register. Deze inschrijvingen dateren van 12 juni 2006 of later toen een landelijk openbaar register is ingevoerd. Inschrijvingen met een lager deelnummer betreffen altijd een inschrijving in een bepaalde vestiging. In dergelijke gevallen dient aan het deel en nummer altijd de betreffende kantoornaam te worden toegevoegd. Op verzoek kan een onderzoek naar inschrijvingen met specifieke bepalingen zoals een kettingbeding, mandeligheid, of buurweg of erfdienstbaarheden worden gevraagd. Omdat deze akten vaak vervallen kadastrale perceelnummers bevatten, kan ter aanvulling een filiatie worden gevraagd. Een filiatie toont welke vervallen perceelnummers door een actueel perceel worden overlapt.
Bij erfdienstbaarhedenonderzoeken maakt het Kadaster onderscheid tussen onderzoeken die terug gaan tot 1950 en onderzoeken die de periode voorafgaand aan 1950, toen akten nog met de pen werden overgeschreven, betreffen. Omdat bij onderzoeken tot 1950 gebruik kan worden gemaakt van geautomatiseerde hulpmiddelen kunnen deze sneller worden afgerond.
Incidenteel zal geen deel en nummer van inschrijving, maar een verwijzing naar de oude handmatige registratie worden aangetroffen. Dit betreft zogenaamde ‘primitieve tenaamstellingen’, die ontstonden bij de oprichting van het Kadaster na terreinonderzoek van een landmeter, waarna nooit een overdracht ingeschreven. Dit doet zich soms voor bij gronden van kerkgenootschappen.
7.4.2 Onderzoek naar geregistreerde netwerken
Rond een verzoek tot teboekstelling van een netwerk,