2.7.6 Feitelijke en juridische gebreken
2.7.6.1 Centrale verplichtingen van de verkoper
Inzake de verplichtingen van de verkoper staan de artt. art. 7:9, 17 en 15 centraal. Art. 7:9 lid 1 stelt dat de verkoper de zaak in eigendom dient over te dragen en te af leveren.
Daarnaast wordt aangegeven dat ook de toebehoren dienen te worden overgedragen en afgeleverd; hieronder zijn volgens de wet de aanwezige titelbewijzen en bescheiden begrepen. Wat betreft de eerst genoemde verplichting wordt veelal volstaan met een afschrift van de vorige akte van levering. Bij bescheiden denke men bijvoorbeeld aan een subsidiebeschikking bij monumenten of een energiecertificaat (vergelijk nr. 7.8.2).
Onder afleveren wordt verstaan het stellen van de zaak in het bezit van de koper (art. 7:9 lid 2). Bij registergoederen zal dit veelal samengaan met de levering van art. 3:89, maar in navolging van de parlementaire geschiedenis wordt wel aangenomen dat wanneer nà het ondertekenen van de transportakte maar vóór inschrijving de sleutels worden overhandigd, de koper bezitter is geworden; zie echter aarzelend hierover Asser-Hijma 7-I* (2013), nr. 297. De kwestie kan van belang zijn omdat na aflevering het risico overgaat (art. 7:10). Art. II.1 van het KNB-modelkoopcontract stelt dat het risico overgaat bij ondertekening.
In geval het geleverde registergoed wegens feitelijke gebreken niet aan de uit de koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van de verkoper beantwoordt spreekt men van non-conformiteit (art. 7:17 lid 1). De koper kan dan de vorderingen die gebaseerd zijn op wanprestatie in stelling brengen,