In dit onderdeel wordt het proces beschreven van het royement, ook wel doorhaling genaamd, van een in de openbare registers ingeschreven hypotheekrecht. De doorhaling zelf is louter een administratieve handeling (om die reden is de WWFT ook niet van toepassing), maar het voortraject niet. Om een hypotheek te kunnen doorhalen, is het namelijk nodig dat deze is geëindigd. Het einde van een recht van hypotheek wordt apart behandeld in onderdeel 3.2.3.
In het navolgende worden de begrippen doorhaling en royement door elkaar gebruikt als gelijkwaardige termen. Daarmee wordt bedoeld: de administratieve verwerking van het tenietgaan van de hypotheek. Zoals Asser/Van Mierlo 3-VI 2016/324 opmerkt, is doorhaling door de automatisering van de basisadminstratie van het kadaster een achterhaalde term. Het gaat om de inschrijving van een verklaring van waardeloosheid (art. 3:274 BW).
Aanbevolen literatuur: zie onderdeel 3.1.1.
3.2.1 De zaak komt binnen
In het merendeel van de gevallen komt doorhaling aan de orde bij vestiging van een nieuw hypotheekrecht (onderdeel 3.2.1.1). In een enkel geval zal er een apart verzoek tot doorhaling binnenkomen (onderdeel 3.2.1.2). De WWFT is (als gezegd) niet van toepassing.
3.2.1.1 Royement bij vestiging nieuw hypotheekrecht
Als er bij het notariskantoor een verzoek binnenkomt tot vestiging van een recht van hypotheek met een rang die gelijk is aan of zelfs hoger is dan de reeds ingeschreven hypotheken die op het pand rusten, zal het notariskantoor die opdracht alleen tot een goed einde kunnen brengen als het die eerdere hypotheekrechten in de openbare registers weet door te halen.