In het basismodel, zoals dat hiervoor is besproken, berust het toezicht op het bestuur bij de algemene ledenvergadering en bij commissies aan wie enige vorm van toezicht is opgedragen. Daarbij kan in het bijzonder de kascommissie worden genoemd. Er kan behoefte bestaan het toezicht op te dragen aan een apart orgaan. Dat zal het geval zijn indien de vereniging een onderneming drijft of een zekere omvang heeft.
4.9.1 Mogelijkheid instelling toezichthoudend orgaan
De statuten kunnen voorzien in de instelling van een toezichthoudend orgaan.
De wet bevatte tot 1 juli 2021 voor de vereniging geen afzonderlijke regels voor de instelling van dit toezichthoudend orgaan. In art. 2:47 en 48 (oud) werden terloops commissarissen en de raad van commissarissen genoemd. In art. 2:57 is voor de coöperatie wel een nadere uitwerking voor de instelling van een raad van commissarissen gegeven.
Sinds 1 juli 2021 is het toezichthoudend orgaan bij verenigingen ook in de wet benoemd als raad van commissarissen dan wel raad van toezicht en voorzien van een wettelijke regeling (art. 2:47 en art. 2:47a). In de praktijk wordt dit orgaan vaker aangeduid als raad van toezicht.
Tenzij uitvoering is gegeven aan art. 2:291a lid 1 (one-tier board) kan bij de statuten worden bepaald dat er een raad van commissarissen zal zijn. Deze kan ook als raad van toezicht worden aangeduid. De raad bestaat uit een of meer natuurlijke personen (lid 1). De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Hij staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie (lid 2). Tenzij bij de statuten anders is bepaald, is de raad van commissarissen bevoegd iedere bestuurder te allen tijde te schorsen. De schorsing kan te allen tijde worden opgeheven door het orgaan dat of de persoon die bevoegd is tot benoeming (lid 3). De statuten kunnen bepalen dat een met name of in functie aangeduide commissaris meer dan één stem wordt toegekend. Een commissaris kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere commissarissen tezamen (lid 4). De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in de uitoefening van de taken en bevoegdheden voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle commissarissen. De statuten kunnen deze voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer commissarissen. In de statuten kan nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Degene die bij ontstentenis of belet van commissarissen ingevolge een statutaire regeling de taken van een commissaris vervult, wordt voor het vervullen van die taken met een commissaris gelijkgesteld (lid 5). De statuten kunnen aanvullende bepalingen omtrent de taak en de bevoegdheden van de raad en zijn leden bevatten (lid 6). Een commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Wanneer de raad van commissarissen hierdoor geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de raad onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen, tenzij de statuten anders bepalen (lid 7). De statuten kunnen bepalen dat aan de commissarissen als zodanig een bezoldiging wordt toegekend (lid 8). Bij een aanbeveling of voordracht tot benoeming van een commissaris worden van de kandidaat meegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, de betrekkingen die hij bekleedt of heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot eenzelfde groep behoren, kan met de aanduiding van de groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht tot benoeming of herbenoeming worden gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als commissaris heeft vervuld (lid 9). Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens (lid 10). Het bestuur stelt ten minste een keer per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, van de algemene en financiële risico’s en van de gebruikte beheers- en controlesystemen (lid 11).
4.9.2 Naam van het toezichthoudend orgaan
De wet gebruikt voor de vereniging en de coöperatie de term raad van commissarissen (art. 2:47, 48 en 57, 57a en 58). Dit is ook de wettelijke benaming voor het toezichthoudende orgaan in een NV en een BV. Vooral in de non-profitsector is de benaming raad van toezicht in zwang.
De naam van het orgaan is niet beslissend voor de samenstelling, de taken en bevoegdheden daarvan. Die worden immers in de statuten nader uitgewerkt. Het maakt daarom niet uit welke benaming wordt gekozen. Het verdient wel aanbeveling zo veel mogelijk bij de praktijk aan te sluiten en raad van commissarissen te bezigen voor de profitsector en raad van toezicht voor de non-profitsector. Hierna wordt de aanduiding raad van commissarissen gebruikt.
4.9.3 Instelling toezichthoudend orgaan verplicht
De instelling van een toezichthoudend orgaan is facultatief. Wel kunnen bijzondere (sectorale) wetten of regelingen de instelling van een toezichthoudend orgaan verlangen.
Als voorbeeld moge hier gelden de regeling in de Woningwet. Een woningcorporatie (instelling die is toegelaten op grond van art. 19 van de Woningwet) kan de rechtsvorm van de vereniging hebben. De Woningwet stelt aan de statuten van zo'n vereniging een aantal eisen, waarvan er een betrekking heeft op de instelling van een orgaan waaraan het toezicht op het bestuur is opgedragen. De behandelaar moet ervoor zorgen dat de statuten aan deze eisen voldoen. Hier wordt verwezen naar het van belang zijnde art. 30 tot en met 33 Woningwet.
In veel sectoren zijn zogeheten corporate governance codes van toepassing. Ook daarin kunnen aanbevelingen voor de instelling en inrichting van een toezichthoudend orgaan voorkomen waarvan het wenselijk is dat de behandelaar ze in de statuten verwerkt. De behandelaar dient bij zijn opdrachtgever te vragen naar de aanwezigheid van dergelijke codes en de consequenties daarvan voor de redactie van de statuten.
4.9.4 Samenstelling raad van commissarissen
De raad bestaat uit een of meer natuurlijke personen (art. 2:57 lid 1). Het is niet mogelijk rechtspersonen tot commissaris te benoemen. De benaming ‘raad’ suggereert dat er meer dan een commissaris is. Dat zal in de praktijk ook veelal het geval zijn, maar is niet noodzakelijk. Ook een raad van commissarissen met één lid is mogelijk.
Indien de raad van commissarissen uit meer leden bestaat wijst het uit zijn midden een voorzitter aan, al dan niet met de naam president-commissaris. De statuten kunnen dit anders regelen en bepalen dat de voorzitter door de algemene vergadering in functie wordt gekozen. Er zal in het algemeen geen behoefte bestaan aan de functie van secretaris of penningmeester van de raad van commissarissen.
De statuten kunnen voorzien in plaatsvervangers voor leden van de raad van commissarissen en voor de voorzitter. In het gewone model van de vereniging zal daaraan geen behoefte zijn als de raad van commissarissen uit een voldoende aantal leden is samengesteld.
Om te voorkomen dat niet duidelijk is wie optreedt als commissaris, moet een statutaire regeling in elk geval duidelijk omschrijven wanneer de plaatsvervangers bevoegd zijn op te treden, omdat dit gevolgen kan hebben voor de geldigheid van de besluitvorming in de raad van commissarissen. In het model is op dit punt een heldere regeling opgenomen (MODEL 4.9.4A).
4.9.5 Benoeming leden raad van commissarissen
Art. 2:57 lid 1 bepaalt dat tenzij een one-tier board is ingesteld, bij de statuten kan worden bepaald dat er een raad van commissarissen zal zijn. Deze kan ook als raad van toezicht worden aangeduid. De raad bestaat uit een of meer natuurlijke personen.
De benoeming van de raad van commissarissen kan op zeer verschillende wijzen worden geregeld. In dit onderdeel wordt voor het gewone model van de vereniging met een raad van commissarissen uitgegaan van een benoeming door de algemene vergadering.
4.9.5.1 Aanbeveling of voordracht benoeming commissaris
Art. 2:57a lid 1 bepaalt dat op de benoeming van commissarissen die niet reeds bij de akte van oprichting zijn aangewezen, art. 2:37 van toepassing is, tenzij de benoeming overeenkomstig art. 2:63f geschiedt, de regeling die geldt voor de grote coöperatie en de grote onderlinge waarborgmaatschappij. Hetzelfde geldt voor schorsing en ontslag van commissarissen.
Bij een aanbeveling of voordracht tot benoeming van een commissaris worden van de kandidaat meegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, de betrekkingen die hij bekleedt of heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot eenzelfde groep behoren, kan met de aanduiding van de groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht tot benoeming of herbenoeming worden gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als commissaris heeft vervuld (art. 2:57a lid 2).
4.9.5.2 Leeftijd commissaris
Er bestaat geen maximumleeftijd voor benoeming tot commissaris. De statuten kunnen wel bepalen dat een commissaris niet ouder mag zijn dan een nader te bepalen leeftijd.
Het stellen van een leeftijdsgrens wordt niet beschouwd als een ongeoorloofde discriminatie (HR 8 mei 1998, NJ 1998, 496). Tot 23 april 2002 bestond voor commissarissen in een coöperatie, NV of BV een wettelijke leeftijdsgrens van 72 jaar (art. 2:57a lid 3, 142 lid 4 en 252 lid 4 zijn vervallen door invoering van de Wet vervallen leeftijdsgrens voor commissarissen, Stb. 202, 142).
4.9.5.3 Benoeming voor bepaalde tijd
De statuten kunnen bepalen of de benoeming van commissarissen voor een bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd geschiedt (MODEL 4.9.5.3A).
4.9.5.4 Onverenigbaarheid van functies
Het kan wenselijk zijn dat de taken van een commissaris niet worden vervuld door een persoon die ook andere taken binnen de vereniging of haar onderneming heeft of daarmee anderszins een relatie heeft.
De statuten kunnen bepalen dat een lid van het bestuur van de vereniging of een persoon die in dienst is van de onderneming of een persoon die zaken doet met (de onderneming van) de vereniging geen lid kan zijn van de raad van commissarissen. Het model bevat een dergelijke bepaling (MODEL 4.9.5.4A).
4.9.5.5 Incidenten benoeming commissaris
Hiervoor moge worden verwezen naar onderdeel 4.8.2 over de benoeming van het bestuur dat van overeenkomstige toepassing is op de benoeming van de raad van commissarissen.
4.9.6 Taken raad van commissarissen
De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Hij staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie (art. 2:57 lid 2).
De statuten bevatten een bepaling waarin de kerntaak van de raad van commissarissen is opgenomen (MODEL 4.9.6A).
Voor de uitoefening van zijn taak moet de raad van commissarissen in staat worden gesteld te overleggen met het bestuur. In het model (MODEL 4.9.6A) is dat als volgt uitgewerkt:
– de raad van commissarissen vergadert samen met het bestuur zo vaak de raad of het bestuur dit nodig acht;
– bestuurders zijn, indien zij daarvoor worden uitgenodigd, verplicht de vergaderingen van de raad van commissarissen bij te wonen;
– bestuurders zijn verplicht alle inlichtingen te verschaffen die de raad verlangt.
De statuten kunnen aanvullende bepalingen omtrent de taak en de bevoegdheden van de raad en zijn leden bevatten (art. 2:57 lid 5). In het model is een dergelijke uitbreiding of uitwerking niet opgenomen. Bij de redactie van statutaire bepalingen over de taak van de raad van commissarissen moet in het oog worden gehouden dat de kerntaken in stand blijven. Een raad van commissarissen die deze kerntaken niet heeft kan ondanks de benaming niet worden beschouwd als een raad van commissarissen. Het is mogelijk in de statuten een bepaald werk- of aandachtsgebied aan een commissaris te geven.
In onderdeel 4.8.3.3 is beschreven dat het bestuur verplicht is een jaarverslag of een jaarrekening uit te brengen. Deze verplichting is uitgewerkt in art. 2:48 en 49. De stukken dienen niet alleen te worden ondertekend door de bestuurders, maar ook door de commissarissen. Bij het ontbreken van de ondertekening van een handtekening moet daarvan onder opgave van redenen melding worden gedaan. Bij een vereniging met een grote onderneming houdt vaststelling van de jaarrekening geen kwijting en decharge van commissarissen in voor het door hen uitgeoefende toezicht (art. 2:49 lid 3 volzin 2). Het verdient aanbeveling deze regeling in de statuten op te nemen (MODEL 4.9.6A).
4.9.7 Bevoegdheden raad van commissarissen
Tenzij bij de statuten anders is bepaald, is de raad van commissarissen bevoegd iedere door de algemene vergadering benoemde bestuurder te allen tijde te schorsen. Deze schorsing kan te allen tijde door de algemene vergadering worden opgeheven (art. 2:57 lid 3). De statuten bepalen welke bevoegdheden de raad van commissarissen overigens heeft. In dit onderdeel volgt een opsomming van de bevoegdheden die in het model zijn opgenomen (MODEL 4.9.7A). Een uitbreiding of nadere uitwerking daarvan is mogelijk (art. 2:47 lid 6).
De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in de uitoefening van de taken en bevoegdheden voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle commissarissen.
De statuten kunnen deze voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer commissarissen. In de statuten kan ook nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Degene die bij ontstentenis of belet van commissarissen ingevolge een statutaire regeling de taken van een commissaris vervult, wordt voor het vervullen van die taken met een commissaris gelijkgesteld (art. 2:47 lid 5). De statuten kunnen aanvullende bepalingen omtrent de taak en de bevoegdheden van de raad en zijn leden bevatten (art. 2:47 lid 6).
Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens (art. 2:57 lid 8). Het bestuur stelt ten minste een keer per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, van de algemene en financiële risico’s en van de gebruikte beheers- en controlesystemen (art. 2:47 lid 11).
Tenzij de statuten anders bepalen, kan de algemene vergadering aan de commissarissen als zodanig een bezoldiging toekennen (art. 2:57 lid 6).
4.9.7.1 Benoeming en ontslag bestuurders
Art. 2:37 lid 3 biedt de mogelijkheid dat een of meer bestuursleden, mits minder dan de helft, door andere personen dan de leden worden benoemd. Op grond daarvan zouden de statuten kunnen bepalen dat de raad van commissarissen bestuursleden kan benoemen en ontslaan (art. 2:37 lid 6). Het model voorziet niet in deze mogelijkheid. Daarin wordt uitgegaan van een benoeming van alle leden van het bestuur door de algemene vergadering uit de leden.
De andere mogelijkheden komen aan de orde bij de vereniging met afdelingen en de federatie (onderdeel 4.10 en 4.11).
4.9.7.2 Schorsen bestuurder
De raad van commissarissen is bevoegd een bestuurder te schorsen. De algemene ledenvergadering kan deze schorsing te allen tijde opheffen.
4.9.7.3 Tijdelijk bestuur
Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders kunnen de statuten de raad van commissarissen tijdelijk met het bestuur belasten en hem bevoegd maken in dat geval, al dan niet uit zijn midden, een of meer tijdelijke bestuurders aan te wijzen en zo spoedig mogelijk een algemene vergadering bijeen te roepen om de nodige voorzieningen te treffen. Deze mogelijkheid is in het model opgenomen.
4.9.7.4 Goedkeuring bestuursbesluiten
De wet maakt het mogelijk dat de statuten beperkingen van de bestuurstaak kunnen bevatten. In onderdeel 4.8.3.1 is vermeld dat in de praktijk van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt door voor een aantal (zware) besluiten de goedkeuring van de algemene vergadering voor te schrijven. De bevoegdheid tot goedkeuring kan ook aan de raad van commissarissen worden toegekend.
In het model is deze mogelijkheid met een aantal variaties uitgewerkt. Besluit het bestuur zonder de vereiste goedkeuring, dan kan op het ontbreken van de goedkeuring tegen derden geen beroep worden gedaan. Het goedkeuringsvereiste mag er niet toe leiden dat het bestuur geen armslag heeft.
4.9.7.5 Besluiten inzake registergoederen en zekerheidstelling
Bepaalde besluiten kan het bestuur alleen nemen indien dit uit de statuten voortvloeit (art. 2:44 lid 2). Het gaat om besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Aanbevolen wordt om in de statuten een expliciete regeling omtrent deze besluiten op te nemen. De statuten kunnen deze bevoegdheid uitsluiten, beperken of aan voorwaarden binden. In onderdeel 4.8.3.2 is voor het basismodel van de vereniging bepaald dat het bestuur deze besluiten wel kan nemen, maar daarvoor goedkeuring van de algemene vergadering nodig heeft. Het is ook mogelijk voor te schrijven dat daarvoor de goedkeuring van de raad van commissarissen nodig is. Deze mogelijkheid is in het model uitgewerkt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan wel tegen derden een beroep worden gedaan.
4.9.7.6 Bijwonen algemene vergadering; stemrecht
De statuten kunnen bepalen dat de commissarissen toegang hebben tot de algemene vergadering en dat zij stemrecht hebben. Het aantal stemmen dat commissarissen uitbrengen mag niet meer zijn dan de helft van het aantal van de stemmen die de leden hebben uitgebracht (art. 2:38 lid 3). Tenzij de statuten de commissarissen stemrecht toekennen, hebben zij als zodanig in de algemene vergadering een raadgevende stem (art. 2:57 lid 7). Het model gaat uit van een raadgevende stem.
4.9.7.7 Bijeenroeping algemene vergadering
Hoofdregel is dat het bestuur de algemene vergadering bijeenroept. De statuten kunnen deze bevoegdheid ook aan anderen dan het bestuur verlenen (art. 2:41 lid 1). Zo kan ook de raad van commissarissen worden aangewezen als orgaan dat tot bijeenroeping bevoegd is. Het ligt voor de hand dat deze bevoegdheid in elk geval bestaat bij ontstentenis of belet van het gehele bestuur en voor het geval dat het bestuur niet overgaat tot bijeenroeping, indien het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is. Het model werkt deze mogelijkheid uit.
4.9.7.8 Tegenstrijdig belang
In het geval van een direct of indirect persoonlijk belang bij besluiten tussen de vereniging en een of meer bestuurders, neemt de raad van commissarissen het besluit op de voet van art. 2:44 lid 6 als het bestuur hierdoor zelf geen besluit zou kunnen nemen.
Mogelijk is dat een commissaris zelf een dergelijk tegenstrijdig belang heeft. Dan neemt hij niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming. Wanneer de raad van commissarissen hierdoor geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen (art. 2:47 lid 7).
4.9.7.9 Opdracht accountant
De algemene vergadering is bevoegd een opdracht aan een accountant te geven tot onderzoek van de jaarrekening. In de praktijk is het meestal het bestuur dat deze opdracht verleent. De statuten kunnen bepalen dat de raad van commissarissen deze opdracht mag verlenen, indien de algemene vergadering dat aan hem overlaat.
4.9.7.10 Inlichtingen
Het bestuur moet de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens verschaffen. In het model wordt deze verplichting uitgewerkt.
4.9.7.11 Enquêterecht
Art. 2:346 onder c bepaalt dat tot het indienen van een enquêteverzoek onder anderen bevoegd zijn degenen aan wie daartoe bij de statuten de bevoegdheid is toegekend. Daartoe kan ook de raad van commissarissen behoren (zie Groene Serie Rechtspersonen, aantekening 4 bij art. 2:346).
4.9.8 Besluitvorming raad van commissarissen
De statuten kunnen bepalen dat een met name of in functie aangeduide commissaris meer dan één stem wordt toegekend. Een commissaris kan echter niet meer stemmen uitbrengen dan de andere commissarissen tezamen (art. 2:47 lid 4). De statuten bevatten een regeling voor de besluitvorming van de raad van commissarissen.
4.9.9 Schorsing en beëindiging lidmaatschap raad van commissarissen
4.9.9.1 Schorsing commissaris
De algemene vergadering kan een commissaris te allen tijde schorsen. De statuten zullen, anders dan bij het lidmaatschap, niet bepalen dat deze schorsing alleen op bepaalde gronden mogelijk is, omdat schorsing van een commissaris een bevoegdheid is die de algemene vergadering altijd heeft. In de statuten is bepaald dat een schorsing die niet binnen drie maanden is gevolgd door ontslag eindigt door het verloop van die termijn. De termijn kan langer of korter worden gemaakt.
4.9.9.2 Beëindigen lidmaatschap raad van commissarissen
De statuten regelen de verschillende wijzen waarop het lidmaatschap van de raad van commissarissen eindigt. Het betreft hier:
– ontslag door de algemene vergadering (te allen tijde mogelijk);
– ontslag door de commissaris (bedanken);
– het verstrijken van de bepaalde tijd waarvoor de commissaris is benoemd conform het rooster van aftreden;
– het verlies van een bepaalde kwaliteit die vereist wordt voor het lidmaatschap van de raad van commissarissen;
– het beëindigen van het lidmaatschap van de vereniging, indien de commissaris uit de leden is benoemd;
– het ontstaan van een onverenigbare betrekking.
In statuten wordt nog wel eens bepaald dat het lidmaatschap van de raad van commissarissen ook eindigt zodra de commissaris een bepaalde leeftijd (veelal 65 of 72) bereikt. Een dergelijke bepaling is te beschouwen als een kwaliteitseis en is niet ongeoorloofd.
4.9.10 Checklist vereniging met raad van toezicht
(in aanvulling op de checklist voor de oprichting vereniging in onderdeel 4.8.6)
– naam van het toezichthoudend orgaan | 4.9.2 |
– samenstelling raad van commissarissen | 4.9.4 |
– kwaliteitseisen | |
– functieverdeling | |
– plaatsvervangers | |
– benoeming leden raad van commissarissen | 4.9.5 |
– door wie | |
– aanbeveling of voordracht benoeming commissaris | 4.9.5.1 |
– leeftijd commissaris | 4.9.5.2 |
– benoeming voor bepaalde tijd | 4.9.5.3 |
– onverenigbaarheid van functies | 4.9.5.4 |
– taken raad van commissarissen | 4.9.6 |
– bevoegdheden raad van commissarissen | 4.9.7 |
– benoeming en ontslag bestuurders | 4.9.7.1 |
– schorsen bestuurder | 4.9.7.2 |
– tijdelijk bestuur | 4.9.7.3 |
– goedkeuring bestuursbesluiten | 4.9.7.4 |
– besluiten inzake registergoederen en zekerheidstelling | 4.9.7.5 |
– bijwonen algemene vergadering; stemrecht | 4.9.7.6 |
– bijeenroeping algemene vergadering | 4.9.7.7 |
– vertegenwoordiging bij tegenstrijdig belang | 4.9.7.8 |
– opdracht accountant | 4.9.7.9 |
– inlichtingen | 4.9.7.10 |
– enquêterecht | 4.9.7.11 |
– besluitvorming raad van commissarissen | 4.9.8 |
– schorsing commissaris | 4.9.9.1 |
– einde lidmaatschap raad van commissarissen | 4.9.9.2 |