5.4.1 Notariële akte
De stichting moet worden opgericht bij notariële akte (art. 2:286 lid 1); een akte verleden ten overstaan van een notaris met plaats van vestiging in Nederland (Asser/Rensen, 2-III, 2017, 311). Een Antilliaanse of Arubaanse notaris kan derhalve geen Nederlandse stichting doen ontstaan. De notariële akte is bestaansvoorwaarde en moet worden verleden in de Nederlandse taal (art. 2:286 lid 2). Heeft de stichting haar statutaire zetel in de provincie Fryslân (Friesland) dan kan de akte in de Friese taal worden verleden. De betrokken notaris dient dan wel de Friese taal voldoende te verstaan (art. 42 Wna). De stichting kan ook worden opgericht bij uiterste wilsbeschikking gemaakt bij een notariële akte, die is verleden in een andere taal dan de Nederlandse of Friese taal. Op deze wijze is het voor een buitenlandse erflater mogelijk bij testament een stichting op te richten. De in de akte opgenomen statuten van de stichting moeten evenwel in de Nederlandse dan wel de Friese taal zijn gesteld. Wordt aan het taalvereiste van art. 2:286 lid 2 niet voldaan, dan is er sprake van een oprichtingsgebrek en kan de stichting door de rechter worden ontbonden. De buitenlander die de Nederlandse taal niet machtig is en een Nederlandse stichting wil oprichten, zal derhalve moeten worden voorzien van (beëdigde) vertalingen.
5.4.2 Incident: notariële akte ontbreekt
Dit oprichtingsgebrek brengt nietigheid met zich. Dit is het geval als de akte van oprichting niet is (mede) ondertekend door de Nederlandse notaris (art. 2:4 lid 1). Heeft de akte geen kracht van authenticiteit – de notaris was bijvoorbeeld (ter plaatse) niet bevoegd – dan is er sprake van ontbindbaarheid (art. 2:21). Als notariële akte geldt de akte verleden ten overstaan van een notaris met plaats van vestiging in Nederland (Asser/Rensen, 2-III, 2017, 311; Dijk/Van der Ploeg, 2013, p.53 e.v.; Handboek Stichting en Vereniging (2015), nr. 4.1.4 e.v.).
5.4.3 Incident: volmacht is niet schriftelijk verleend
De volmachtgever geldt niet als oprichter, vgl. ook art. 3:39. Indien er geen andere oprichters zijn, komt de stichting dus niet tot stand. De volmacht behoeft geen notariële volmacht te zijn, terwijl die ook in een andere dan de Nederlandse taal kan zijn gesteld. Een notariële volmacht verdient aanbeveling. Alsdan staat vast wie getekend heeft en kan aan de vereisten van de Wwft worden voldaan.
5.4.4 Incident: aansprakelijkheid notaris
De notaris die zich niet houdt aan de wettelijke voorschriften inzake de oprichting, in het bijzonder art. 2:27 en art. 2:286 lid 5, is aansprakelijkheid voor de daarvoor ontstane schade (art. 2:286 lid 5) en stelt zich bloot aan tuchtmaatregelen.