Het financiële recht kan een belangrijke rol spelen in de ondernemingsrechtelijke praktijk. Het zal bijvoorbeeld duidelijk zijn dat als twee verzekeraars fuseren, regels van financieel recht van toepassing zijn. Dient er voorafgaande instemming van DNB of de AFM te komen? Zijn er voorschriften met betrekking tot het openbaar maken van de transactie? Bij transacties voor andere partijen met een vergunning van de AFM of van DNB ligt het eveneens voor de hand om het financiële recht te betrekken. Ook als partijen niet over een vergunning beschikken, kan het financiële recht een rol spelen. In dergelijke gevallen is het de kunst om te herkennen wanneer bijvoorbeeld de Wft van toepassing is. In dit hoofdstuk beogen wij te signaleren waar het financiële recht van belang is in de algemene ondernemingsrechtpraktijk. Wij pretenderen niet om een volledige behandeling te geven van het relevante financiële recht. Dat zou een handboek op zich met zich brengen.
Het financiële recht is geen rustig bezit; de regelgeving wordt met grote regelmaat, vaak gekleurd door politieke en maatschappelijke discussies, aangepast. De tendens is dat er steeds meer ‘rule based’ regelgeving komt en dat steeds meer soorten instellingen, financiële producten en transacties gereguleerd worden. Het financiële recht ontleent zijn bestaan in grote mate aan Europese regelgeving. De Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) kan daarom niet los worden gezien van de onderliggende Europese normen en de visie daarop van de Europese toezichthouders, de European Supervisory Authorities of afgekort ESA. Het is echter eveneens relevant omdat er in Europa een tendens gaande is waarbij de Europese regelgevers in het financiële recht steeds vaker met verordeningen werken. Voorbeelden hiervan zijn de prospectusverordening en de zogeheten EMIR-verordening inzake de handel in derivaten. Regelgeving omtrent trustkantoren is in Europa niet geharmoniseerd. De Wet toezicht trustkantoren 2018 (‘Wtt’) is een puur Nederlandse aangelegenheid. Daarvoor staat momenteel geen Europese regelgeving op stapel.
De opzet van dit hoofdstuk is als volgt. Eerst volgt een beschrijving van de systematiek van de Wft en de Wtt. Voorts zal een overzicht worden gegeven van de diverse soorten financiële ondernemingen die onder de Wft en de Wtt worden gereguleerd. Om te kunnen beoordelen of een natuurlijke persoon of rechtspersoon als financiële onderneming wordt aangemerkt, wordt gekeken naar de activiteiten die zij verricht. Naast regels voor financiële ondernemingen geeft de Wft regels voor financiële producten en voor het gedrag op financiële markten.
Hierna gaan wij eerst in op de systematiek van de Wft en de Wtt. Daarna behandelen wij de verschillende soorten financiële ondernemingen en relevante regels op de financiële markten. Ten slotte gaan wij in op de relevantie van het financiële recht voor de onderwerpen die in Hoofdstuk 1 tot en met 21 aan bod zijn gekomen. Wij zullen de volgorde van deze hoofdstukken aanhouden, zodat de lezer de relevante passages eenvoudig kan vinden.