10.8.1 Opzeggingsmogelijkheid
Als een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij van rechtsvorm wordt gewijzigd, komt de positie van de leden van de rechtspersoon aan de orde. Als de rechtsvormwijziging zich tussen deze rechtsvormen afspeelt, zullen de leden hun positie als lid behouden, maar bij rechtsvormwijziging in een kapitaalvennootschap of stichting verliest een lid zijn positie.
De wet geeft voor rechtsvormwijziging van een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij een bijzondere voorziening in art. 2:36 lid 4. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot rechtsvormwijziging van een vereniging in een andere rechtsvorm. Via de schakelbepaling van art. 2:53 is dit artikel eveneens van toepassing bij rechtsvormwijziging van een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij.
Onderscheid moet worden gemaakt tussen drie categorieën van rechtsvormwijziging, aangezien de positie van leden voor elk van die categorieën andere consequenties kan hebben. De eerste categorie wordt gevormd door rechtsvormwijziging in vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij. De tweede categorie betreft rechtsvormwijziging in een kapitaalvennootschap. De derde en laatste categorie is rechtsvormwijziging in een stichting.
10.8.2 Vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij
Bij rechtsvormwijziging tussen de verenigingsvarianten, dat wil zeggen tussen vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, zullen de leden in de regel lid blijven. Er bestaat een opzeggingsmogelijkheid van een maand.
Vanwege deze bevoegdheid is het van belang dat een besluit tot rechtsvormwijziging aan alle leden wordt meegedeeld. Vanaf dat moment begint de opzegtermijn van een maand te lopen voor de leden. Als de akte van rechtsvormwijziging wordt verleden voor afloop van deze opzeggingstermijn moet in de documentatie (waaronder de statuten) rekening worden gehouden met deze opzeggingsmogelijkheid.
10.8.3 Naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Rechtsvormwijziging van een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij in een NV of BV is als meest ingrijpend te beschouwen. Dit vanwege het feit dat elk lid van rechtswege aandeelhouder van de kapitaalvennootschap na rechtsvormwijziging wordt. Omdat een lid de keuze moet hebben wel of geen aandeelhouder te willen worden, is de maand opzegtermijn van groot belang.
Dit heeft tot gevolg dat rechtsvormwijziging in beginsel niet kan worden geëffectueerd voordat de opzegtermijn voor de leden verstreken is (art. 2:72 lid 3/183 lid 2). Mede vanwege het feit dat bij rechtsvormwijziging in een naamloze vennootschap de akte de hoogte van het geplaatste kapitaal moet vermelden, kan hier gedurende de opzegtermijn een wijziging in optreden.
De accountant kan zijn vereiste accountantsverklaring bij rechtsvormwijziging in een naamloze vennootschap dan ook pas afgeven na afloop van de opzegtermijn zodat duidelijk is wie aandeelhouder zal worden.
Deze opzegmogelijkheid is vooral ook relevant aangezien toestemming van ieder lid moet worden verkregen wiens aandelen niet worden volgestort via de reserves (art. 2:72 lid 2 sub b/183 lid 1 sub a). Een lid kan uitsluitend stemrechtloze of winstrechtloze aandelen worden toegekend indien dat zijn instemming heeft (art. 183 lid 1 sub a).
10.8.4 Stichting
Bij rechtsvormwijziging van een vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij in een stichting vervalt het lidmaatschap. De stichting als rechtsvorm kent een ledenverbod (art. 2:285 lid 1). Dat betekent dat uit de aard van de rechtspersoon na rechtsvormwijziging voortvloeit dat voor de leden geen functie is als lid. De opzeggingstermijn van art. 2:36 lid 4 heeft dan ook geen werking bij rechtsvormwijziging in een stichting.
Iets anders is dat ter gelegenheid van de rechtsvormwijziging in een stichting de leden een andere functie kunnen krijgen, bijvoorbeeld als lid van een toezichthoudend orgaan (raad van toezicht, raad van advies of aangeslotene). Een dergelijke functie treedt niet van rechtswege door het verlijden van de akte van rechtsvormwijziging in werking. Het lidmaatschap van de leden wordt beëindigd op het moment van rechtsvormwijziging en de nieuwe relatie wordt door de voormalige leden aangegaan vanaf het moment van rechtsvormwijziging. Van een dergelijke aanvaarding dient per functionaris afzonderlijk te blijken en geschiedt niet automatisch.
De behandelaar stelt in een dergelijk geval bijvoorbeeld een aansluitingsovereenkomst op welke overeenkomst door elk lid dat een dergelijke functie wenst te aanvaarden, wordt ondertekend.