De wet geeft aan (art. 2:334u) hoe en wanneer een splitsing aangetast kan worden. Uitgangspunt is dat een splitsing geldig is. Omdat een splitsing als rechtshandeling zo ingrijpend is, is de notaris bij de gehele procedure betrokken en moet deze ook een voetverklaring afgegeven waaruit blijkt dat de notaris het proces juist heeft begeleid.
Onder omstandigheden kan een splitsing aangetast worden. De wet geeft een bepaling voor vernietiging van een splitsing door de rechter. Het ligt voor de hand dat in alle overige gevallen de splitsing geldig is. De wet geeft dat zelfs expliciet aan (art. 2:334u lid 2 zin 2). De wettelijke regeling geeft een speciale regeling ten opzichte van de algemene nietigheids- en vernietigingsgronden zoals in Boek 3 opgenomen.
De vernietigingsregeling is als volgt opgebouwd. De mogelijkheid tot vernietiging is gelimiteerd op twee wijzen, te weten in tijd en op bepaalde in de wet genoemde gronden. Voor zover van toepassing, is er een uitgebreide uitzonderingsregeling van toepassing. In de eerste plaats moet getracht worden het verzuim te herstellen en ten slotte dient gekeken te worden of de gevolgen van de splitsing bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden. In de praktijk heeft deze regeling tot gevolg dat een splitsing vrijwel niet vernietigd zal worden.
12.20.1 Vernietiging door rechter
Indien sprake is van één van genoemde vernietigingsgronden, kan voor de rechter een vordering tot vernietiging van de splitsing gevorderd worden. Relatief competent is de rechter van de statutaire zetel van de gesplitste rechtspersoon.
Bevoegd tot het instellen van een vordering tot vernietiging is een lid, aandeelhouder, bestuurder of andere belanghebbende.
12.20.2 Tijd
Juridische splitsing kan vernietigd worden binnen zes maanden na deponering van de akte van splitsing bij het handelsregister (art. 2:334u lid 3).
Een akte van splitsing wordt verleden op 31 december. Op 5 januari wordt een afschrift van de akte van splitsing met voetverklaring ingeschreven bij het handelsregister. De bevoegdheid tot vernietiging vervalt op 5 juli.
12.20.3 Gronden
De gronden waarop een splitsing aangetast kan worden (art. 2:334u lid 1), zijn:
– akte van splitsing is geen authentiek geschrift;
– er is sprake van een ontbonden rechtspersoon waarbij reeds uit hoofde van de vereffening een uitkering is gedaan (art. 2:334b lid 5);
– er is sprake van een betrokken rechtspersoon die niet voldeed aan de eisen van art. 2:334b lid 7;
– akte is verleden terwijl verzet niet is ingetrokken of nog niet is opgeheven (art. 2:334l lid 3);
– voetverklaring notaris ontbreekt (art. 2:334n lid 2);
– ontbreken van goedkeuring rechtbank bij stichting voor zover vereist (art. 2:334m lid 5);
– besluit tot splitsing is nietig, niet van kracht of vernietigbaar.
12.20.4 Uitzonderingsgevallen
Zodra vaststaat dat zich één van de vernietigingsgronden voordoet en het verzoek tot vernietiging is ingediend binnen zes maanden na deponering van de splitsingsakte, zal de rechter beoordelen of zich één van de uitzonderingssituaties voordoet. De wet geeft op dit punt geen discretionaire bevoegdheid aan de rechter. Indien zich een uitzonderingssituatie voordoet, is de rechter gedwongen de vernietiging van de splitsing niet uit te spreken.
Er zijn twee uitzonderingssituaties denkbaar. In de eerste plaats kijkt de rechter of het verzuim hersteld kan worden. Ten slotte beoordeelt de rechter of de gevolgen van de splitsing bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden.
12.20.4.1 Herstel verzuim
De meeste gronden voor vernietiging lenen zich voor herstel. De splitsing wordt niet vernietigd indien de rechtspersoon binnen een door de rechter te bepalen tijdvak het verzuim heeft hersteld (art. 2:334u lid 4 sub a).
Er zijn twee gronden die zich niet lenen voor herstel van het verzuim, te weten die gevallen waarin de betrokken rechtspersoon in liquidatie, in faillissement dan wel in surseance van betaling verkeert.
12.20.4.2 Gevolgen bezwaarlijk ongedaan te maken
Het uiterste redmiddel van de rechter ligt in het bepaalde van art. 2:334u lid 4 sub b. Indien de reeds ingetreden gevolgen van de splitsing bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, wordt de splitsing niet vernietigd.
Het ligt voor de hand dat een splitsing snel tot gevolg zal hebben dat de gevolgen bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden.
Tot op heden is er geen rechterlijke uitspraak bekend van vernietiging van een splitsing door de rechter.