De wachttermijn bedraagt een maand en vangt de dag na publicatie aan.
Verzet tegen de voorgenomen juridische splitsing kan gedurende die periode worden ingesteld. Competent is de rechtbank van de statutaire vestiging of hoofdactiviteiten van de betrokken rechtspersoon. Er kunnen dus meerdere competente rechtbanken zijn.
Een maand is een kalendermaand en geen vier weken. Voor zover de verzettermijn afloopt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, wordt deze verzettermijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Vooral bij splitsingen aan het einde van het jaar moet met deze verlengingsmogelijkheid vooraf rekening gehouden worden evenals met het feit dat het handelsregister in de dagen voorafgaand aan algemeen erkende feestdagen, met name rond kerst en oud en nieuw, nog wel eens afwijkende openingstijden hanteren.
Van het handelsregister wordt een bevestiging gevraagd van het feit dat de documentatie onafgebroken ter inzage heeft gelegen vanaf de datum van publicatie (MODEL 12.14A).
Vaak zal het handelsregister bevestigen dat de documentatie sinds een eerder moment (dan publicatie) ter inzage heeft gelegen. Uiteraard is een dergelijke bevestiging akkoord.
Tegelijkertijd met het verzoek aan het handelsregister wordt een bevestiging gevraagd van de rechtspersoon van het feit dat de documentatie onafgebroken ter inzage heeft gelegen vanaf de datum van publicatie (MODEL 12.14B).
Zekerheid moet verkregen worden van het feit dat geen verzet is aangetekend tegen de voorgenomen splitsing. Een dergelijke akte van non-verzet vraagt de behandelaar aan bij de rechtbank van de statutaire zetel van de rechtspersoon en van die waar de hoofdactiviteiten van de rechtspersoon plaatsvinden (MODEL 12.14C).
De meeste rechtbanken melden een eventueel gedaan verzet meteen aan de betrokken rechtspersoon en soms aan de adviseur zodat in praktijk het aanvragen van een verklaring van non-verzet niet tot verrassingen leidt.
Indien en zolang tijdig verzet is ingesteld, mag de behandelaar de akte van splitsing niet verlijden. De akte van splitsing mag worden verleden zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is.