In de volgende onderdelen wordt gekeken op welke wijze en op welke gronden besluiten kunnen worden aangetast. Grof gezegd kunnen besluiten worden vernietigd (vernietigbare besluiten) of kan de nietigheid ervan worden ingeroepen (nietige besluiten). Eerst komen aan bod de nietige besluiten en daarna de vernietigbare besluiten. Ook wordt stilgestaan bij de wijze waarop zij geheeld kunnen worden.
7.8.1 Nietige besluiten en bekrachtiging
Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon dat is genomen in strijd met de wet of de statuten is nietig, tenzij uit de wet zelf wat anders voortvloeit (art. 2:14 lid 1).
Van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, p. 298 e.v., noemt de volgende voorbeelden van nietige besluiten:
– besluiten tot ontheffing van aandeelhouders van hun stortingsplicht, tot oplegging van extra verplichtingen aan een aandeelhouder boven de storting op zijn aandelen, tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal, tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris en tot fusie van een vennootschap met een stichting waarbij deze in de vennootschap verdwijnt;
– besluiten in strijd met het doel van de rechtspersoon. Van Schilfgaarde memoreert daarbij art. 2:7 dat spreekt over vernietigbaarheid maar is van mening dat deze bepaling is geschreven voor externe tot een wederpartij gerichte rechtshandelingen.
Strijdigheid met de statuten valt wat moeilijker te beoordelen dan strijd met de wet. Subjectieve bedoelingen van de makers van de statuten blijven bij de beoordeling buiten beschouwing. Van Schilfgaarde hierover: Feitelijke omstandigheden, zoals de aard van het door de vennootschap uitgeoefende bedrijf en de gerechtvaardige verwachtingen van de bij de vennootschap betrokkenen, spelen hierbij een rol.
Nietige besluiten kunnen net als alle andere nietige rechtshandelingen worden bekrachtigd (art. 3:58). Door de bekrachtiging wordt het besluit dat door de nietigheid wordt getroffen als het ware geheeld.
Wederom aan Van Schilfgaarde worden de volgende voorbeelden van bekrachtiging van nietige besluiten ontleend:
– een besluit genomen door een bestuur waarvan de leden nog niet rechtsgeldig waren benoemd, dan wordt het besluit bekrachtigd door hun benoeming:
– een besluit genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders waarbij de betrokkenen nog geen aandeelhouder waren dan kan het besluit worden bekrachtigd doordat zij alsnog de aandelen verwerven;
– een besluit tot uitgifte van aandelen waarbij het aantal geplaatste aandelen boven het maatschappelijke kapitaal uitkomt. Zo’n besluit kan worden bekrachtigd door een statutenwijziging waarbij het maatschappelijke kapitaal wordt verhoogd.
Overigens zijn niet alle nietige besluiten te bekrachtigen. Het spreekt voor zich dat een besluit genomen in strijd met de goede zeden of de openbare orde niet snel kan worden bekrachtigd.
Voor een aantal specifieke gevallen van nietigheid geeft de wet in art. 2:14 lid 2 een bijzondere regeling. Hier gaat het om besluiten die zijn genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling van of mededeling aan de ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen. Zo’n besluit kan door die andere worden bekrachtigd door een daarop gerichte rechtshandeling. Deze handeling zal daarbij aan dezelfde eisen moeten voldoen als waaraan de ontbrekende handeling had moeten voldoen.
Lid 3 van art. 2:14 beperkt de mogelijkheid van bekrachtiging wanneer aan ‘de ander’ als bedoeld in lid 2 een redelijke termijn is gesteld om te bekrachtigen terwijl deze die termijn heeft laten verlopen.
7.8.2 Vernietigbare besluiten en bevestiging
Een opsomming van vernietigbare besluiten staat in art. 2:15.
Besluiten kunnen worden vernietigd:
a. Wegens strijd met de wettelijk of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen. Te denken valt hierbij aan regels die gesteld worden voor besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders. Zoals de voorschriften voor de oproeping van de vergadering of het recht van bestuurders of commissarissen om de vergadering bij te wonen en een raadgevende stem uit te brengen. Tevergeefs zoekt men in de wet naar procedureregels van besluiten van het bestuur of de raad van commissarissen. Wel kunnen deze worden aangetroffen in de statuten of reglementen. Lid 2 van het art. 2:15 bepaalt overigens nog uitdrukkelijk dat de voorschriften als bedoeld in art. 2:14 lid 2 niet vallen onder de bepalingen als hiervoor sub a vermeld. Strijd met deze voorschriften brengt dus altijd nietigheid met zich mee.
b. Wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door art. 2:8 worden geëist. De verwijzing naar art. 2:8 geeft aan dat het hier moet gaan om strijd met de redelijkheid en billijkheid in de interne verhoudingen binnen de rechtspersoon. Uiteindelijk zal de rechter altijd moeten oordelen aan de hand van de omstandigheden van het geval. Jurisprudentie is op dat gebied talrijk. Zie bijvoorbeeld: HR 1 april 30 oktober 1964, NJ 1665, 107 (Mante), HR 26 oktober 1984, NJ 1985, 375 (Sjardin), HR 17 mei 1991, NJ 1991, 645 (Tonnema), Hof Arnhem 26 mei 1992, NJ 1993, 182 (Uniwest) en HR 10 maart 1995, NJ 1995, 595 (Janssen Pers).
c. Wegens strijd met een reglement. Reglementen komen we vooral tegen bij verenigingen en stichtingen. Verder verlangt de corporate governance code van beursvennootschappen dat zij de taakverdeling en werkwijze van de raad van commissarissen in een reglement neerlegt.
d. Vanwege het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van vernietiging bepaalde. Hierbij valt we vooral te denken aan de wilsgebreken van art. 3:44 bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden. Of aan art. 42 e.v. Faillissementswet, benadeling van schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden. Over de vraag of een besluit ook wegens dwaling kan worden vernietigd lopen de meningen uiteen. In tegenstelling tot Asser-Van der Grinten-Maeijer, nr. 134, meent Van Schilfgaarde, p. 276, dat deze mogelijkheid bestaat.
Anders dan nietige besluiten blijven vernietigbare besluiten in tact tot dat ze worden vernietigd. Nietige besluiten zijn vanaf het moment dat ze worden genomen als het ware niet bestaand. De vernietiging van een besluit werkt terug. Na de vernietiging is er dus een situatie ontstaan waarin er nooit een besluit is geweest. Vernietiging geschiedt door een uitspraak van de rechtbank van de woonplaats waar de rechtspersoon is gevestigd op vordering van iemand die een redelijk belang heeft bij de nakoming van de verplichting die niet is nagekomen. De redelijkheid van het belang hoeft niet aangetoond te worden wanneer men zich op nietigheid beroept. Een nietig besluit kan een belanghebbende gewoon negeren of hij of in een procedure een beroep op nietigheid doen. Daarnaast kan de rechter ook ambtshalve van de nietigheid van een besluit uitgaan. Over de vraag wanneer er sprake is van een redelijk belang, zie HR 31 mei 1996, NJ 1996, 694, Lampe. Vernietiging kan ook nog worden gevorderd door de rechtspersoon zelf. Het bestuur van de rechtspersoon kan hiertoe besluiten. In dat geval zal de voorzieningenrechter van de rechtbank een persoon aanwijzen tegen wie de vordering wordt ingesteld. Te denken valt aan iemand die sterk bij de totstandkoming van het besluit betrokken is geweest. Ten slotte kan ook een bestuurder op eigen naam een vordering tot vernietiging in dienen. De voorzieningenrechter zal ook in dit geval iemand aanwijzen die in het geding in plaats van het bestuur optreedt (art. 2:15 lid 4). De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen vervalt een jaar na het einde van de dag waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij de belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd (art. 2:15 lid 5). Zoals een nietig besluit kan worden bekrachtigd kan een vernietigbaar besluit worden bevestigd. Bevestiging wordt genoemd in lid 6 van art. 2:15. Dit is de bevestiging van besluiten die vernietigbaar zijn omdat ze in strijd zijn met de procedureregels van art. 2:15. Bevestiging geschiedt door een daartoe strekkend besluit. Zolang een tevoren ingestelde vordering tot vernietiging van het besluit nog aanhangig is werkt de bevestiging niet. Wordt de vordering toegewezen dan geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het later besluit. (Tenzij uit de strekking van het latere besluit het tegendeel voortvloeit.) Verder gelden voor vernietigbare besluiten als zijnde vernietigbare rechtshandelingen ook weer de algemene regels van bevestiging zoals opgenomen in art. 3:55. Te denken valt hierbij aan besluiten die vernietigbaar zijn wegens wilsgebreken.