4.3.1 Wanneer is de samenleving geëindigd?
Net zoals het, anders dan bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap, onduidelijk kan zijn wanneer het ongehuwd samenwonen begint, kan het ook onduidelijk zijn wanneer de samenwoning eindigt.
Het is aan te bevelen om in het samenlevingscontract op te nemen dat er een vermoeden van beëindiging van de samenwoning bestaat in de volgende situaties:
– partijen staan in de Basisregistratie Personen niet langer op hetzelfde adres ingeschreven;
– partijen zijn schriftelijk met elkaar overeengekomen de relatie of de samenleving te beëindigen;
– een partij heeft bij aangetekend schrijven aan de andere partij te kennen gegeven de samenleving als geëindigd te beschouwen;
– partijen zijn blijkens een gedateerde en ondertekende schriftelijke overeenkomst overgegaan tot verdeling van alle aan hen gezamenlijk toebehorende goederen;
– een partij is gehuwd, dan wel een geregistreerd partnerschap aangegaan, met een derde.
De formulering bij het tweede gedachtestreepje laat ruimte voor de situatie dat partijen niet langer een (affectieve) relatie hebben, maar wel in dezelfde woning blijven wonen.
De aangetekende brief van het derde gedachtestreepje kan goede diensten bewijzen als een partij moet aantonen dat de samenwoning beëindigd is, bijvoorbeeld om in aanmerking te komen voor andere woonruimte (mate van urgentie).
Bij het vijfde gedachtestreepje valt op te merken dat, als partijen niet met derden maar met elkaar huwen of een geregistreerd partnerschap aangaan, het samenlevingscontract uiteraard ook eindigt (zie onderdeel 4.5.3) maar de samenwoning (hopelijk) niet.
Omgekeerd laten zich ook situaties denken,