5.2.1 Koude uitsluiting
5.2.1.1 Inleiding en comparitie
Een principiële afwijking van het wettelijk stelsel (art. 1:93 e.v.) wordt gevormd door die variant van huwelijkse voorwaarden die bekend staat als ‘koude uitsluiting’.
Uitgangspunt daarbij is een scheiding van vermogens. Al hetgeen een huwelijkspartner tijdens het aangaan van het huwelijk reeds heeft en al hetgeen hij na het sluiten van het huwelijk zal verwerven blijft privé-eigendom. Dit laat onverlet dat de huwelijkspartners samen goederen in eigendom zullen kunnen verwerven of dat mede-eigendom ontstaat bijvoorbeeld door schenking van de ene echtgenoot aan de andere van een aandeel in een aan hem toebehorende zaak.
Daarbij moet bedacht worden dat naast de vermogensscheiding die partijen zelf aanbrengen ook vermogensscheiding tot stand kan worden gebracht door de wil van derden. Te denken valt aan fideï-commissair vermogen, vruchtgebruikvermogen en vermogen dat wordt verkregen met een uitsluitingsclausule. Dit zal bij koude uitsluiting veelal betekenen dat naast de twee bewust gewenste privévermogens nog meer afzonderlijke ‘potjes’ bestaan waarop verschillende regimes bij echtscheiding of overlijden van toepassing kunnen zijn.
Over de werkzaamheden die vooraf moeten gaan aan het opstellen van een akte houdende huwelijkse voorwaarden handelt onderdeel 5.1. Voor wat betreft de comparitie wordt in het bijzonder verwezen naar de onderdelen 5.1.2 tot en met 5.1.5.
5.2.1.2 Premisse
5.2.1.2.1 Inleiding
In de premisse van de huwelijkse voorwaarden zullen huwelijksdatum en huwelijksplaats genoemd worden (zie onderdeel 5.2.1.2.2). Geconstateerd zal worden dat partijen door middel van huwelijkse voorwaarden de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk wensen te regelen (zie onderdeel 5.2.1.2.3).