In dit hoofdstuk worden de fiscale aspecten behandeld die aan de orde komen bij een echtscheiding. In dit hoofdstuk worden twee deelonderwerpen besproken. Het eerste onderdeel betreft de fiscale behandeling van uitkeringen (periodiek of eenmalig) die in het kader van echtscheiding worden gedaan, ofwel alimentatie. Het tweede hoofdonderdeel is de fiscale behandeling van de ontvlechting van het (al dan niet gemeenschappelijke) vermogen van ex-partners.
Met betrekking tot de fiscale behandeling van alimentatie komen in dit hoofdstuk de volgende onderwerpen aan de orde:
• alimentatie aan de ex-echtgenoot (11.10.1);
• alimentatie aan de ongehuwde ex-partner (11.10.2);
• alimentatie in de vorm van woongenot en hypotheekrenteaftrek (11.10.3);
• kinderalimentatie (11.10.4); en
• afkoop van alimentatie (11.10.5).
Vervolgens komen met betrekking tot de fiscale behandeling van de ontvlechting van het vermogen van ex-partners de volgende onderwerpen aan de orde:
• echtscheiding en aanmerkelijkbelangaandelen (11.10.6);
• echtscheiding en winst uit onderneming (11.10.7);
• echtscheiding en schenkbelasting (11.10.8); en
• echtscheiding en overdrachtsbelasting (11.10.9).
11.10.1 Alimentatie aan de ex-echtgenoot
De onderhoudsverplichting die ex-echtgenoten met elkaar overeenkomen dan wel door rechterlijke uitspraak wordt opgelegd, leidt voor de betaler tot een persoonsgebonden aftrekpost (art. 6.3 lid 1 onder a Wet IB 2001). Het moet gaan om een periodieke uitkering of verstrekking op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting. Voor de ontvanger is sprake van een belastbare periodieke uitkering (art. 3.101 lid 1 onder b Wet IB 2001).