In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de boedelafwikkeling naar Engels recht vanuit een internationaal perspectief. Zie voor het IPR eveneens Hoofdstuk 10, in het bijzonder onderdeel 10.8 en 10.9.
Duidelijkheidshalve dient te worden opgemerkt dat het Engelse recht van toepassing is in Engeland, en vooralsnog ook in Wales, die overigens een eigen regering heeft. Schotland en Noord-Ierland maken tevens deel uit van het Verenigd Koninkrijk maar hebben beide een eigen rechtssysteem – dat in dit hoofdstuk buiten beschouwing blijft. Hierop geldt de belangrijke uitzondering dat het Engelse fiscale recht, op een enkele uitzondering na, in het hele Verenigd Koninkrijk van toepassing is. Overigens vallen toekomstige wijzigingen op dit punt niet uit te sluiten.
Hieronder wordt kort stilgestaan bij een aantal bijzondere kenmerken van het Engelse erfrecht ten opzichte van de Nederlandse wet.
13.1.1 Internationaal privaatrecht en Engels erfrecht
De regeling van het internationale erfrecht in Engeland wijkt op een aantal punten af van de Nederlandse regeling (zie onderdeel 10.2). De belangrijkste punten worden hierna kort belicht.
13.1.1.1 Basiskenmerken regeling internationaal erfrecht in Engeland
Splitsingsstelsel
Het Engelse internationaal erfrecht hanteert het splitsingsstelsel. De kwalificatie van een bepaalde zaak als roerend dan wel onroerend geschiedt aan de hand van de lex rei sitae (het recht van de plaats van ligging). Het Engelse recht bepaalt waar een zaak gelegen is.
Het als toepasselijk aangewezen recht beheerst alleen de vererving (succession) van de betreffende deelnalatenschap. Hierbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de vererving en de afwikkeling (administration). Het Engelse recht is van toepassing op de afwikkeling indien/voor zover deze binnen Engeland geschiedt. Zie onderdelen 13.1.3.3 en 13.1.3.5.
Rechtskeuzebevoegdheid
Engels internationaal erfrecht aanvaardt geen rechtskeuzebevoegdheid (zie onderdeel 13.1.3.3).
13.1.1.2 Aanknopingsfactoren: belang domicile
Naast de in onderdeel 10.2 beschreven aanknopingsfactoren kent het Engelse recht het begrip ‘domicile’. Het domicile van een natuurlijke persoon is onder meer van belang ter bepaling van:
– de materiële geldigheid van zijn testament (zie onderdelen 13.1.3.2 en 13.2.1.4.2);
– het toepasselijke recht op de vererving van roerende zaken (zie onderdeel 13.1.3.3); en
– zowel zijn eigen fiscale positie als de fiscale behandeling van zijn nalatenschap (zie onderdeel 13.5).
Iemands domicile is daar, waar hij zijn permanent home heeft. In vele gevallen is dit het land van oorsprong, maar dit is niet zonder meer het geval aangezien het begrip permanent home in dit verband een bijzondere betekenis heeft. Ieder mens heeft een domicile en kan ook slechts één domicile hebben. Bij geboorte wordt een domicile of origin verkregen, meestal gelijk aan het domicile van de vader. Een individu van boven de leeftijd van 16 vestigt een domicile of choice, welke in de plaats treedt van zijn domicile of origin, wanneer hij een nieuwe woonplaats in een ander land verkrijgt en bovendien het voornemen heeft daar voor altijd of ten minste voor onbepaalde tijd te verblijven. Tot die tijd duurt het domicile of origin voort. Wordt een domicile of choice opgegeven dan (totdat/tenzij er een nieuwe domicile of choice wordt verkregen) herleeft het domicile of origin.
Kinderen onder de leeftijd van 16 jaren en mensen met een geestelijke stoornis kunnen geen domicile of choice verkrijgen en hebben een afhankelijk domicile: een zogenaamd domicile of dependency. Het domicile van een kind volgt dat van zijn vader of, indien deze is overleden of vader en moeder ongehuwd zijn, dat van zijn moeder. Leven vader en moeder geschieden dan wordt het domicile van de ouder gevolgd bij wie het kind woont. Mensen met een geestelijke stoornis behouden in de regel het domicile dat zij hadden bij het intreden van de stoornis.
Tot 1974 hadden ook gehuwde vrouwen een domicile of dependency: het domicile van een gehuwde vrouw volgde dat van haar man. Deze regel is per 1 januari 1974 afgeschaft en sindsdien kan elke vrouw (inclusief een vrouw die al voor die datum getrouwd was) een onafhankelijk domicile of choice verkrijgen.
Opmerking verdient verder dat het domicile betrekking heeft op een jurisdictie met een bepaald rechtssysteem. Ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk houdt dit in dat iemand een domicile kan hebben in Engeland en Wales, Schotland of Noord-Ierland, maar strikt gezien niet in ‘het Verenigd Koninkrijk’. Voor fiscale doeleinden heeft dit onderscheid – althans tot op heden – geen gevolgen en in de praktijk wordt veelvuldig gesproken over ‘UK domicile’.
De Engelse regels op het gebied van domicile zijn politiek gevoelig (vooral vanuit een fiscaal perspectief). In dit kader dient te worden opgemerkt dat de fiscale regels op dit gebied in 2017 aangescherpt zijn (zie onderdeel 13.5.3.2).
13.1.1.3 Europese aspecten
Erfopvolging is uitgesloten van de bestaande Europese regels van internationaal privaatrecht. Gezien de problemen die bij een transnationale erfopvolging kunnen ontstaan als gevolg van de aanzienlijke verschillen in materiële en formele regels en conflictenregels op dit gebied, wordt al jaren gediscussieerd over een mogelijke harmonisatie van deze regels op Europees niveau. Het Haags Erfrechtverdrag 1989 (zie onderdeel 10.3.3), dat het merendeel van de problemen had moeten oplossen, is nooit in werking getreden.
De Europese Verordening (EU) nr. 650/2012 van 4 juli 2012 (de zogenaamde ‘Brussels IV-verordening’) heeft als doel de afhandeling van internationale erfopvolgingen in de Europese Unie te vereenvoudigen. Met deze Verordening, die per 17 augustus 2015 in werking is getreden, wordt beoogd: (i) de rechtszekerheid te vergroten door de voorspelbaarheid en coherentie van de toepasselijke regels te waarborgen; (ii) erflaters meer flexibiliteit te bieden bij de keuze van het recht dat op hun erfopvolging van toepassing is; en (iii) de rechten van de erfgenamen en/of legatarissen te beschermen, maar ook die van de andere betrokkenen (bijvoorbeeld schuldeisers).
Het Verenigd Koninkrijk heeft destijds besloten niet mee te doen aan Brussels IV, voornamelijk vanwege de verwachte praktische problemen op het gebied van de ‘clawback’ van schenkingen. De gevolgen van de Brexit zijn dan ook – althans in dit verband – relatief beperkt. De Brexit maakt in ieder geval wel duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk als een ‘derde land’ dient te worden beschouwd voor Brussels IV-doeleinden en dat Engeland en Wales niet meer verbonden zijn aan uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Desalniettemin blijft Brussels IV van belang voor Engelse erflaters met vermogen in het EU-gebied, evenals voor EU-erflaters met vermogen in Engeland.
13.1.2 Engels erfrecht
13.1.2.1 Testamentaire vrijheid
Een belangrijk verschil met het Nederlandse erfrecht is dat onder Engels recht een erflater in beginsel volledige testamentaire vrijheid heeft: met andere woorden, geen afstammeling heeft enigerlei recht op een legitieme portie. Onder omstandigheden bestaat wel de mogelijkheid dat een afstammeling – of zelfs een andere persoon – een rechterlijke actie indient om een betaling uit de nalatenschap te eisen (zie onderdeel 13.4.4).
13.1.2.2 Geen saisine-regel
Engeland kent geen saisine-regel. Het vermogen van de erflater gaat niet van rechtswege over op de erfgenamen, maar de erfopvolging loopt via de personal representative(s) (zie onderdeel 13.1.6.1).
13.1.2.3 Geen gemeenschap van goederen
Onder Engels recht bestaat geen wettelijke gemeenschap van goederen tussen echtgenoten of civil partners.
Al sinds een aantal jaren wordt in Engeland overwogen om de regels op dit punt te herzien. Toekomstige wijzigingen vallen dus niet uit te sluiten.
Een civil partner is degene die op of na 5 december 2005 een geregistreerd partnerschap (civil partnership) heeft gesloten met een andere persoon van hetzelfde geslacht. Onder Engels recht bestaat overigens naar het huidige Engelse recht geen geregistreerd partnerschap tussen man en vrouw en hebben ongehuwde samenwonenden in het algemeen geen bijzondere rechten.
Met ingang van 13 maart 2014 worden ook huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht erkend.
13.1.3 Engels internationaal erfrecht
13.1.3.1 Formele geldigheid uiterste wilsbeschikkingen
Evenals in Nederland dient de geldigheid van de vorm van een testament te worden beoordeeld aan de hand van het Haags Testamentsvormenverdrag 1961 (zie onderdeel 10.3.2). Engeland is namelijk, deel uitmakend van het Verenigd Koninkrijk, een van de verdragsluitende staten.
13.1.3.2 Materiële geldigheid uiterste wilsbeschikkingen
Naar Engels internationaal erfrecht dient de materiële geldigheid van een testament te worden bepaald naar het recht dat op de vererving van toepassing is (zie onderdeel 13.1.3.3).
13.1.3.3 Toepasselijk recht – vererving
Het Engelse internationale erfrecht aanvaardt geen rechtskeuzebevoegdheid. Naar Engels recht vererven onroerende zaken in beginsel volgens de lex rei sitae, de wet van de plaats van ligging. Roerende zaken vererven normaliter volgens de wet van erflaters laatste domicile (zie onderdeel 13.1.1.2).
De gewone verblijfplaats van erflater speelt onder het huidige Engelse recht geen rol bij de vererving.
In de Brussels IV-verordening ter harmonisatie van de Europese regels van internationaal privaatrecht (zie onderdeel 13.1.1.3) wordt de laatste gewone verblijfplaats als aanknopingsfactor gehanteerd, tenzij erflater voor het recht van zijn nationaliteit had gekozen. Brussels IV is in Nederland – maar niet in Engeland – met ingang van 17 augustus 2015 van toepassing.
13.1.3.4 Terugverwijzing (renvoi)
In bepaalde gevallen kunnen de afwijkingen tussen het Engelse internationale erfrecht en dat van Nederland – of een derde land – tot een mismatch leiden. In dergelijke gevallen worden de Engelse regels van renvoi (terugverwijzing) toegepast. Heel algemeen geformuleerd houden deze regels in de meeste gevallen in, dat de Engelse rechter zal proberen vast te stellen welk recht volgens het nationale recht van het betreffende buitenland van toepassing zou zijn en dat recht vervolgens zal toepassen.
Een voorbeeld kan deze regel verduidelijken. Een in Engeland wonende Nederlander heeft een geldig testament naar Engels recht gemaakt. Naar Nederlands internationaal erfrecht vererft zijn nalatenschap, inclusief zijn onroerend goed in Nederland, volgens Engels recht. Op basis van Engels internationaal erfrecht zou echter Nederlands recht van toepassing zijn op het Nederlandse onroerend goed. In casu aanvaardt Engeland de terugverwijzing door Nederland en wordt de vererving van het Nederlandse onroerend goed door Engels recht beheerst.
Een terugverwijzing door Nederland is toegestaan, aangezien Engeland voor Brussels IV-doeleinden als een ‘derde staat’ wordt aangemerkt. Dit was waarschijnlijk altijd het geval, maar als gevolg van de Brexit bestaat thans geen onduidelijkheid meer op dit punt.
13.1.3.5 Toepasselijk recht – afwikkeling
Zoals in onderdeel 13.1.1.1 aangegeven, dient op basis van Engels recht een onderscheid te worden gemaakt tussen het recht dat van toepassing is op de vererving van een nalatenschap (zie onderdeel 13.1.3.3) en het recht dat de afwikkeling beheerst. Op de afwikkeling is het Engelse recht van toepassing indien en voor zover deze binnen Engeland geschiedt.
Ongeacht of erflater in Engeland woonde en/of een laatste Engelse domicile had, is de Engelse rechter bevoegd ten aanzien van zijn eventuele nalatenschap in Engeland en dient in beginsel een grant of representation (zie onderdeel 13.2.1.9) te worden aangevraagd teneinde de boedel in Engeland te kunnen vereffenen.
13.1.4 Veelvoorkomende casussen
Hierna worden de regels van het Engelse internationale erfrecht geïllustreerd aan de hand van enkele veelvoorkomende casussen.
Uit het onderstaande valt met name op dat de laatste gewone verblijfplaats naar huidig Engels internationaal erfrecht helemaal geen rol speelt bij het bepalen van het toepasselijke erfrecht. In de praktijk komt de laatste gewone verblijfplaats niet altijd overeen met het laatste domicile en dient dit laatste domicile in een voorkomend geval altijd zorgvuldig gecheckt te worden.
13.1.4.1 Nederlander met vermogen in Engeland en domicile in Nederland/derde land
Geldigheid testament
De formele geldigheid van het testament dient beoordeeld te worden aan de hand van het Haags Testamentenverdrag. In het onderhavige geval zal het testament in ieder geval geldig zijn als is voldaan aan de regels van Nederlands recht, aangezien de testateur op het moment van overlijden de Nederlandse nationaliteit bezat (zie onderdeel 10.3). Daarnaast is de vorm van het testament geldig als deze voldoet aan het recht van de nationaliteit, de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de erflater op het moment van beschikken of aan het recht van de plaats waar de erflater het testament heeft opgemaakt.
De materiële geldigheid van het testament – dat wil zeggen, de inhoud van het testament – dient te worden bepaald naar de erfwet: het recht dat op de vererving van toepassing is (zie hieronder).
Geen testament
Ook bij ontbreken van een (geldig) testament geldt het recht dat op de vererving van toepassing is.
Toepasselijk recht op bankrekening in Engeland
Naar Engels internationaal erfrecht vererft de bankrekening in Engeland – evenals alle overige roerende zaken wereldwijd – volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile.
Een erflater met de Nederlandse nationaliteit zal in de meeste gevallen ook een Nederlandse laatste domicile hebben, maar dit is niet zonder meer het geval (zie onderdeel 13.1.1.2).
Toepasselijk recht op woning in Engeland
Naar Engels internationaal erfrecht vererven onroerende zaken in Engeland altijd naar Engels recht, volgens de lex rei sitae.
Nationaliteit, woonplaats, gewone verblijfplaats en domicile spelen hierin geen rol.
Toepasselijk recht op bankrekening in Nederland/derde land
De Nederlandse bankrekening en alle overige roerende zaken wereldwijd vererven, evenals de Engelse bankrekening, volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile.
Een erflater met Nederlandse nationaliteit zal in de meeste gevallen ook een Nederlandse laatste domicile hebben, maar dit is niet zonder meer het geval (zie onderdeel 13.1.1.2).
Toepasselijk recht op woning in Nederland/derde land
De woning in Nederland vererft naar Nederlands recht. Eventuele in andere landen aanwezige onroerende zaken vererven overeenkomstig de lex rei sitae, de wet van de plaats van ligging.
13.1.4.2 Nederlander met vermogen en domicile in Engeland
Geldigheid testament
De formele geldigheid van het testament dient beoordeeld te worden aan de hand van het Haags Testamentenverdrag. In het onderhavige geval zal het testament in ieder geval geldig zijn als is voldaan aan de regels van Nederlands recht, aangezien de testateur op het moment van overlijden de Nederlandse nationaliteit bezat (zie onderdeel 10.3). Daarnaast is de vorm van het testament geldig als deze voldoet aan het recht van de nationaliteit, het domicile (in casu Engeland), de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de erflater op het moment van beschikken of aan het recht van de plaats waar de erflater het testament heeft opgemaakt.
De materiële geldigheid van het testament – dat wil zeggen, de inhoud van het testament – dient te worden bepaald naar de erfwet: het recht dat op de vererving van toepassing is (zie hieronder).
Geen testament
Ook bij ontbreken van een (geldig) testament geldt het recht dat op de vererving van toepassing is.
Toepasselijk recht op bankrekening in Engeland
Naar Engels internationaal erfrecht vererft de bankrekening in Engeland – evenals alle overige roerende zaken wereldwijd – volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile. In casu is dit het Engelse recht.
Nationaliteit, woonplaats en gewone verblijfplaats spelen hierin geen rol.
Toepasselijk recht op woning in Engeland
Naar Engels internationaal erfrecht vererven onroerende zaken in Engeland altijd naar Engels recht, overeenkomstig de lex rei sitae.
Nationaliteit, woonplaats, gewone verblijfplaats en domicile spelen hierin geen rol.
Toepasselijk recht op bankrekening in Nederland/derde land
De Nederlandse bankrekening en alle overige roerende zaken wereldwijd vererven, evenals de Engelse bankrekening, volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile. In casu is dit het Engelse recht.
Toepasselijk recht op woning in Nederland/derde land
De woning in Nederland vererft naar Nederlands recht. Eventuele in andere landen aanwezige onroerende zaken vererven volgens de lex rei sitae, de wet van de plaats van ligging.
13.1.4.3 Engelsman met vermogen in Nederland en domicile in Engeland
Geldigheid testament
De geldigheid van de vorm van het testament dient beoordeeld te worden aan de hand van het Haags Testamentenverdrag. In het onderhavige geval zal het testament in ieder geval geldig zijn als is voldaan aan de regels van Engels recht, aangezien de testateur op het moment van overlijden de Engelse nationaliteit bezat (zie onderdeel 10.3). Ook een testament in Nederlandse vorm is geldig indien de erflater zijn laatste woonplaats en/of gewone verblijfplaats in Nederland had. Daarnaast is de vorm van het testament geldig als deze voldoet aan het recht van de nationaliteit, de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de erflater op het moment van beschikken of aan het recht van de plaats waar de erflater het testament heeft opgemaakt.
De materiële geldigheid van het testament – dat wil zeggen, de inhoud van het testament – dient te worden bepaald naar de erfwet: het recht dat op de vererving van toepassing is (zie hieronder).
Geen testament
Ook bij ontbreken van een (geldig) testament geldt het recht dat op de vererving van toepassing is.
Toepasselijk recht op bankrekening in Nederland
Naar Engels internationaal erfrecht vererft de bankrekening in Nederland – evenals alle overige roerende zaken wereldwijd – volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile. In de onderhavige situatie houdt dit in dat op de bankrekening in Nederland, evenals op alle overige roerende zaken wereldwijd, Engels erfrecht moet worden toegepast.
Nationaliteit, woonplaats en gewone verblijfplaats spelen hierin geen rol. Een eventuele laatste gewone verblijfplaats in Nederland maakt hierbij geen verschil indien erflater desondanks nog steeds een Engelse domicile had.
Toepasselijk recht op woning in Nederland
Naar Engels internationaal recht vererven onroerende zaken in Nederland altijd volgens Nederlands recht (lex rei sitae).
Nationaliteit, woonplaats, gewone verblijfplaats en domicile spelen hierin geen rol.
Toepasselijk recht op bankrekening in Engeland/derde land
De Engelse bankrekening en alle overige roerende zaken wereldwijd vererven, evenals de Nederlandse bankrekening, volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile. In de onderhavige situatie houdt dit in dat op de bankrekening in Engeland, evenals op alle overige roerende zaken wereldwijd, Engels erfrecht moet worden toegepast.
Toepasselijk recht op woning in Engeland/derde land
De woning in Engeland vererft naar Engels recht. Eventuele in andere landen aanwezige onroerende zaken vererven volgens de lex rei sitae, de wet van de plaats van ligging.
13.1.4.4 Engelsman met vermogen in Nederland en domicile in Nederland/derde land
Geldigheid testament
De geldigheid van de vorm van het testament dient beoordeeld te worden aan de hand van het Haags Testamentenverdrag. In het onderhavige geval zal het testament in ieder geval geldig zijn als is voldaan aan de regels van Engels recht, aangezien de testateur op het moment van overlijden de Engelse nationaliteit bezat (zie onderdeel 10.3). Ook een testament in Nederlandse vorm is geldig indien de erflater zijn laatste domicile en/of woonplaats en/of gewone verblijfplaats in Nederland had. Daarnaast is de vorm van het testament geldig als deze voldoet aan het recht van de nationaliteit, de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de erflater op het moment van beschikken of aan het recht van de plaats waar de erflater het testament heeft opgemaakt.
De materiële geldigheid van het testament – dat wil zeggen, de inhoud van het testament – dient te worden bepaald naar de erfwet: het recht dat op de vererving van toepassing is (zie hieronder).
Geen testament
Ook bij ontbreken van een (geldig) testament geldt het recht dat op de vererving van toepassing is.
Toepasselijk recht op bankrekening in Nederland
Naar Engels internationaal erfrecht vererft de bankrekening in Nederland – evenals alle overige roerende zaken wereldwijd – volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile.
Anders dan in onderdeel 13.1.4.3 wordt in dit onderdeel ervan uitgegaan dat de erflater een Engelsman was, maar een niet-Engelse laatste domicile had. In deze situatie zal het vrijwel altijd gaan om een Engelsman die buiten Engeland woonde en zal zijn laatste domicile meestal overeenkomen met de laatste gewone verblijfplaats, maar dit is niet automatisch het geval (zie onderdeel 13.1.1.2).
Toepasselijk recht op woning in Nederland
Naar Engels internationaal recht vererven onroerende zaken in Nederland altijd volgens Nederlands recht (lex rei sitae).
Nationaliteit, woonplaats, gewone verblijfplaats en domicile spelen hierin geen rol.
Toepasselijk recht op bankrekening in Engeland/derde land
De Engelse bankrekening en alle overige roerende zaken wereldwijd vererven, evenals de Nederlandse bankrekening, volgens de wet van het land van erflaters laatste domicile.
Toepasselijk recht op woning in Engeland/derde land
De woning in Engeland vererft overeenkomstig Engels recht. Eventuele in andere landen aanwezige onroerende zaken vererven volgens de lex rei sitae, de wet van de plaats van ligging.
13.1.5 Conflictenregel vererving in schema
Situatieschets | Goederen uit de nalatenschap | Toepasselijk recht op de vererving |
---|---|---|
Nederlander met vermogen in UK en domicile in Nederland | Roerende zaken in Engeland | Nederlands recht |
Onroerende zaken in Engeland | Engels recht | |
Roerende zaken buiten Engeland | Nederlands recht | |
Onroerende zaken buiten Engeland | Lex rei sitae | |
Nederlander met vermogen en domicile in Engeland | Roerende zaken in Engeland | Engels recht |
Onroerende zaken in Engeland | Engels recht | |
Roerende zaken buiten Engeland | Engels recht | |
Onroerende zaken buiten Engeland | Lex rei sitae | |
Engelsman met vermogen in Nederland en domicile in Engeland | Roerende zaken in Nederland | Engels recht |
Onroerende zaken in Nederland | Nederlands recht | |
Roerende zaken buiten Nederland | Engels recht | |
Onroerende zaken buiten Nederland | Lex rei sitae | |
Engelsman met vermogen en domicile in Nederland | Roerende zaken in Nederland | Nederlands recht |
Onroerende zaken in Nederland | Nederlands recht | |
Roerende zaken buiten Nederland | Nederlands recht | |
Onroerende zaken buiten Nederland | Lex rei sitae |
13.1.6 Afwikkeling
13.1.6.1 De personal representative(s)
Zoals in onderdeel 13.1.2.2 aangegeven, kent Engeland geen saisine-regel. Het vermogen van de erflater gaat niet van rechtswege over op de erfgenamen, maar de erfopvolging loopt via een of meer personal representatives (PR(s)). Deze tussenpersonen kunnen ofwel door de erflater bij testament benoemde executors zijn, ofwel door de rechter aangewezen administrators (zie onderdeel 13.2.1.9.1). Zowel een executor als een administrator heeft de taak de boedel te vereffenen en een eventueel overschot uit te keren aan de erfgenamen.
Normaliter worden minimaal twee personal representatives benoemd: voor administrators is dit onder bepaalde voorwaarden zelfs een minimumvereiste. Maximaal vier personal representatives kunnen samen optreden.
Op een enkele uitzondering na hebben executors en administrators dezelfde bevoegdheden (zie onderdeel 13.2.1.7).
Naar Engels recht is het de taak van iedere staat waar vermogen wordt nagelaten, een personal representative te benoemen. De afwikkeling is vervolgens onderworpen aan de lex fori, dat wil zeggen het recht van de rechter die de personal representative heeft benoemd. Zo ontstaat een systeem van meerdere deelafwikkelingen, die ieder volgens een ander recht dient plaats te vinden. De afwikkeling in het land van erflaters laatste domicile wordt principal administration genoemd, die in de overige landen ancillary administration.
13.1.6.2 De grant of representation
Zowel een executor als een administrator behoeft voor de uitvoering van zijn taak een rechterlijke machtiging (grant of representation) en staat zo onder rechterlijk toezicht. Zonder deze grant of representation is de personal representative in beginsel niet bevoegd de boedel te vereffenen.
13.1.6.3 Aansprakelijkheid personal representatives en erfgenamen
Een belangrijk verschil met het Nederlandse systeem is dat de aansprakelijkheid van de personal representatives voor de eventuele schulden van erflater – behalve ingeval van de eigen nalatigheid (zie onderdeel 13.2.2.5) – beperkt is tot het bedrag van de nalatenschap onder hun beheer. Noch de personal representatives noch de erfgenamen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schulden die het bedrag van de netto nalatenschap te boven gaan. Dientengevolge heeft de in Nederland bekende keuze tussen het zuiver aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap en de verklaring van erfrecht geen equivalent onder het Engelse erfrecht.
13.1.7 Professionele begeleiding
In Engeland is de rol van een notaris veel beperkter dan in Nederland. Engelse notarissen houden zich vrijwel uitsluitend bezig met transacties met een internationaal element. Ook in het kader van het erfrecht is het meestal een solicitor die het testament van de erflater opmaakt en later de afwikkeling van zijn nalatenschap begeleidt.