In hoofdstuk 11 komen een aantal facetten van Belgisch recht aan bod. Het uitgangspunt is een Nederlands echtpaar dat in België zijn verblijfplaats heeft gevestigd, een Nederbelg dus. Voor elke Nederlandse notaris of adviseur die betrokken wordt bij de advisering rond een emigratie of bij een planning van een Nederbelg is het van groot belang om minstens een notie te hebben van een aantal belangrijke krachtlijnen van het Belgische recht in deze materie. Iedereen weet dat er substantiële verschillen bestaan met het Nederlandse recht zodat het gevaarlijk is om zomaar de Nederlandse concepten en regels door te trekken naar een Belgische situatie.
Behandeld worden achtereenvolgens:
– het Belgische internationaal privaatrecht (onderdeel 11.2),
– huwelijksvermogensrecht (onderdeel 11.3),
– erfrecht (onderdeel 11.4 tot en met 11.6),
– testament (onderdeel 11.7),
– schenking (onderdeel 11.8),
– private stichting (onderdeel 11.9),
– de schenkbelasting (onderdeel 11.10) en
– erfbelasting (onderdeel 11.11).
Zie voor het IPR eveneens hoofdstuk 10, in het bijzonder onderdeel 10.5 en 10.6.
Merk op dat het Belgische familiaal vermogensrecht (relatievermogensrecht, erfrecht, schenkingen en testamenten) grondig hervormd is door de Erfwetten 2017 en 2018 en Huwelijksvermogenswet 2018 (respectievelijk Wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse andere bepalingen ter zake, BS 1 september 2017 en Wet van 22 juli 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en diverse andere bepalingen wat het huwelijksvermogensrecht betreft en tot wijziging van de wet van 31 juli 2017 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake,